Page 32 - 68948 Patrijspoort feb. 2018
P. 32
Een Franse visser verklaart: “Als ik met mijn vissersboot na de Nederlanders kom te vissen, dan is
het op die plek een woestijn. Helemaal leeg. Ze elektrocuteren alles, het plankton, het voedsel. De
vissen zijn vaak al dood voordat we ze vangen.”
Een Nederlandse parlementariër van de partij voor de dieren die meewerkt met de Fransen: “ Uit
het onderzoek dat door de Fransen werd getoond blijkt dat er vissen (kabeljauw) worden
gevangen die een gebroken rug hebben.”
Dat blijkt uit de discussie over de bijverschijnselen. Ondermeer hoogleraar Rijnsdorp zegt dat dit
een onterechte constatering is want de neveneffecten nemen af. Onzin dus.
Maarten van de TX38 nog een keer: “Ik denk dat het een enorme haat gedragen lobby is. Het mag
toch niet zo zijn dat een haatcampagne zo’n innovatie (vernieuwing) je om-zeep gaat helpen.”
De komende maanden zal er wederom met de vertegenwoordigers van het Europese parlement
samen met de Europese commissie worden gediscussieerd of het voorgenomen verbod op de
pulsvisserij echt door zal gaan. Onze minister Carola Schouten (CU)zal de pulsvisserij verdedigen
en ik denk dat onze vissers zich hierbij niet onbetoond zullen laten.
Ik ontving nog een tweet waarin staat dat ook de Nederlandse Visserswereld verdeeld is. De tweet
is afkomstig van de Garnalenvissers. Zij klagen over het feit, dat je weken geen garnaal vangt op
plekken waar tongvissers met hun puls zijn geweest.
Er blijkt nog wel tot overtuigender argumenten te moeten komen eer de Europarlementariërs in
positieve zin de richting van de pulsvisserij zullen kiezen. Nog meer onderzoek blijkt nodig.
(Gedeelten overgenomen uit video NPO 1 van 19 jan. 2018)
Ons verenigingsblad de Patrijspoort krijgt weinig kopij binnen van onze leden
maar er is toch genoeg om met elkaar te
delen denken wij. Daarom hebben we als
bestuur bedacht een nieuwe rubriek te
starten.
Geef de pen door!
Ik ben Cornelis (Kees) Monsma en ben gevraagd
hiermee te beginnen en dat doe ik graag om deze
rubriek op gang te helpen.
Mijn wieg stond in St. Jacobi Parochie, in het Bildt,
aan de Oudebildtdijk.
Samen met mijn tweelingzus Joke kwamen wij 22 juli 1950 ter wereld.
We woonden daar op een boerderij. Mijn vader was landbouwer en zijn specialiteit was het
verbouwen van pootaardappelen. Omdat er steeds meer land “aardappelmoe” werd zag de
toekomst er daar niet rooskleurig uit. Hij is in 1964 gaan “ solliciteren” naar een pachtbedrijf in
Oostelijk Flevoland. Gelukkig kregen we in 1965 kavel L45 toegewezen, 27 ha groot, vlak bij
Dronten. Dat werd de toekomst, een nieuw stuk land met daarop een nieuw huis en een nieuwe
schuur, wat een weelde.
Mijn oudste broer Piet is met mijn vader het bedrijf gaan runnen.
De Patrijspoort / jan. 2018 / 30